Logopediepraktijk de Kock 

Wat doen we?

Moeilijke eters en hoogbegaafdheid 

Ester de Kock is preverbaal logopedist in Logopediepraktijk de Kock. Ze heeft al jarenlang een grote passie om moeilijke eters te helpen bij het ‘leren’ eten. Als preverbaal logopedist en sensorisch informatieverwerkingstherapeut heeft ze meer dan 25 jaar werkervaring met moeilijke eters bij centra voor verstandelijk gehandicapten, een medisch/ multidisciplinair kinderdagverblijf (MKD), een eetteam en in haar eigen praktijk.

 

Interesse

De interesse voor eetproblemen is bij Ester al lang geleden ontstaan. Zij had een broertje met eetproblemen. Tegenwoordig zou hij gediagnostiseerd zijn met ARFID. “Mijn ouders hebben nooit een probleem van zijn selectieve eetgewoonten gemaakt. Hij mocht eten wat wél lukte.  Als kind vond ik dat best lastig; hij kreeg allerlei ‘lekkere’ dingen te eten en ik moest met de pot mee-eten. Maar door de ontspannen en positieve benadering van mijn ouders bleven de eetmomenten gezellig en waren het fijne momenten van de dag. Toen mijn  broer ouder werd en vriendinnetjes kreeg, durfde hij meerdere voedingsproducten te eten en werd zijn eetpatroon uitgebreider. Hij ging zelfs met plezier uiteten en kookte voor zijn gezin vaak de avondmaaltijden.”
 

Na de opleiding logopedie is Ester als logopedist in de gehandicaptenzorg gaan werken. Ze zag dat mensen met een handicap vaak eetproblemen hadden. Dat fascineerde haar en is ze zich in dit onderwerp gaan verdiepen. Toen ze op een medisch kinderdagverblijf werkte, specialiseerde ze zich in ASS, ADHD, sociaal emotionele en hechtingsproblematiek. Ook voor deze kinderen was eten vaak een groot probleem.
Naast kinderen met een handicap of met een diagnose zijn er nog veel meer moeilijke eters. Dat zorgde ervoor dat ze in juni 2020 haar eigen praktijk heeft opgericht om moeilijke eters met of zonder diagnose (en hun ouders) te kunnen helpen. Al snel kwamen ook hoogbegaafde kinderen en pubersnaar haar praktijk.
 

Hoogbegaafdheid

Ester heeft met de doelgroep hoogbegaafdheid ook persoonlijke ervaringen. Ze heeft 2 hoogbegaafde dochters. Ze kan zich inleven in de hoogbegaafden en hun ouders, omdat ze bepaalde overgevoeligheden en kenmerken zelf ervaart, ervaren heeft of ziet bij haar kinderen. Ze heeft contacten met andere hoogbegaafden en hun ouders. Ervaringen rondom opgroeien en opvoeden worden met elkaar gedeeld.

 

Mogelijke oorzaken

De hoog gevoeligheid kan één van de redenen zijn, waardoor eetproblemen (vaak al op jonge leeftijd) bij hoogbegaafden ontstaan zijn. Het ontstaan van eetproblemen kan zelfs al bij de prille start na de geboorte zijn. Eetproblemen kunnen ook zichtbaar, bij de overgang van borst- en/ of flesvoeding naar vaste voeding. De overgang kan zeer moeizaam verlopen of stagneren bij een paar voedingsproducten, waardoor de eetontwikkeling zich niet verder kan ontwikkelen. Op zeer jonge leeftijd ontstaan al sterke voorkeuren en een selectief eetpatroon.  Vaak worden kinderen (vanuit liefde, frustratie en onmacht) ‘gedwongen’ om toch te eten. Zeker hoogbegaafden kunnen de druk extra opvoeren. De druk levert stress op en kunnen negatieve ervaringen, gevoelens en associaties rondom het eten ontstaan. Soms is er sprake van een onderliggend trauma. Hierbij is te denken aan medische ingrepen (vlak na de geboorte of op later leeftijd), ernstig ziek zijn, overgeven, eten onder druk of een andere negatieve ervaring. De neofobe fase kan eveneens invloed hebben gehad op de eetontwikkeling, waardoor de eetontwikkeling moeizaam verliep of stagneerde.

Al deze redenen kunnen er voor zorgen dat er op sociaal gebied problemen zijn ontstaan, waardoor de eetproblemen een grote impact hebben op het dagelijkse leven van de hoogbegaafde en het gezin.

 

Te kort aan eetervaringen

De redenen van eetproblemen bij hoogbegaafden resulteren in een gemeenschappelijk probleem: een tekort aan eetervaringen op zowel mond motorisch, sensorisch en sociaal emotioneel gebied. Op deze gebieden zal de therapie zich ook richten. Veel hoogbegaafden hebben de eetontwikkeling niet helemaal doorlopen, waardoor ze hiaten in de eetontwikkeling en een zeer beperkt eetpatroon hebben. Ze hebben bijvoorbeeld niet geleerd te kauwen voedsel en kunnen dit ook niet goed. Dit moet hen echt bewust aangeleerd worden.

 

Moeite met de sensorische kenmerken van eten

Voedingsproducten hebben allerlei sensorische kenmerken, zoals het uiterlijk (kleur, vorm, grootte), de geur, het gevoel en de textuur (buiten- en binnenkant van het voedingsproduct) èn het gevoel van het voedingsproduct in de mond. De textuur en de samenstelling van het voedingsproduct verandert bij iedere kauwbeweging. De mondmotoriek en de sensibiliteit worden in de mond voortdurend aangepast aan deze veranderingen. Normaal gesproken ben je daar niet bewust van, maar hoogbegaafden kunnen dit heel nauwkeurig waarnemen.

 

Stress en eettempo

Stress is ook een beperkende factor en vaak één van de oorzaken van de eetproblematiek. Stress zorgt voor een verminderd hongergevoel, waardoor het eettempo afneemt. Het eettempo van moeilijke eters is vaak al langzaam en door stress wordt het eettempo nog trager. De maaltijden duren heel lang. De hoeveelheid gegeten voeding is bij een gestreste maaltijd dus nog minder.
De tijdsduur van een eetmoment is tussen 20 en 30 minuten. Na 20 minuten geven de hersenen een ‘verzadigingssein’ af. Als de tijdsduur van een maaltijd langer dan een half uur is, wordt het eten alleen nog maar moeilijker, omdat de hersenen het lichaam laten weten dat het verzadigd is.

 

Hulp zoeken

Opvallend is dat hoogbegaafden met eetproblemen en hun ouders niet snel hulp zoeken. Ze bedenken zelf oplossingen, waardoor de ontwikkeling en groei niet in gevaar komen. De aanpassingen van kind en gezin kunnen zich positief ontwikkelen, waardoor er (nog) geen ernstige eetproblemen ontstaan.
Hoogbegaafden gaan vaak op latere leeftijd hulp zoeken, wanneer ze zelf ervaren dat hun eetpatroon beperkt is, lichamelijke problemen krijgen vanwege een ernstig tekort aan bepaalde voedingsstoffen en een sociaal isolement gaan ervaren. Ze willen graag meer voedingsproducten leren eten maar weten niet hoe. Ze zijn zeer gemotiveerd en leergierig, wanneer zij naar de praktijk komen.

Het kan helaas ook negatief uitpakken en de kans op ARFID steeds groter wordt. Ook zij komen naar de praktijk voor hulp. De negatieve ervaringen, emoties, belevingen, associaties, een beschadigd zelfvertrouwen en soms een trauma hebben veel impact op de moeilijke eter en zijn sociale interacties.
Deze groep hoogbegaafden zijn vaak gestuurd door hun ouders, een arts, specialist of een andere hulpverlener. Zij staan wel achter de doorverwijzing, maar moeten eerst nog ‘klant’ worden met een eigen hulpvraag. Hieraan wordt eerst tijd besteed. Het is belangrijk om mandaat van de hoogbegaafde te hebben om daarna samen met de hoogbegaafde aan het werk te gaan. De gesprekstechnieken van oplossingsgericht werken worden hiervoor vaak ingezet.

 

Top down denken en de wondervraag

Hoogbegaafden denken top down. Ze hebben een totaaloverzicht en een einddoel nodig. Het is belangrijk om een concreet en haalbaar doel door de hoogbegaafde zelf te laten verwoorden. Dit doet Ester door de ‘wondervraag’ vanuit oplossingsgericht werken te stellen. Ze vraagt hoe het leven eruitziet als er een wonder gebeurd is. Ze laat de hoogbegaafde hierover nadenken. De hoogbegaafde kan dit heel goed verwoorden. Ze vraagt ook wanneer de hoogbegaafde tevreden is. Samen concretiseren ze een haalbaar einddoel.  Met behulp van de schaalvragen worden de meest gevreesde situatie en de huidige situatie in kaart gebracht en op de schaal gezet. Vanuit de huidige situatie wordt samen bekeken wat de volgende stap is en hoe dat geleerd kan worden. 

 

Voordeel hoogbegaafdheid
Het voordeel van hoogbegaafden is dat zij, in tegenstelling tot andere moeilijke eters met bijvoorbeeld autisme, minder rigide zijn in hun gedachtegang en leerpatroon. Door de voordelen van hoogbegaafdheid en de intrinsieke motivatie zijn ze heel goed in staat om zelf mee te denken in de behandeling en komen vaak met verrassend goede suggesties. De kracht van de behandeling zit dan ook in de behandeling zo te sturen dat de hoogbegaafde zelf bedenkt hoe, wat, wanneer en waar er geoefend kan worden. Ester biedt de behandeltechnieken binnen die kaders aan.

 

Behandeltechnieken

Ester behandelt vanuit de principes van sensorische informatieverwerking (SI), de SOS-approach to feeding (een verdieping van SI op het gebied de behandeling van eetproblemen) en het oplossingsgericht werken. Daarnaast worden ook de traditionele eettechnieken, waarbij ze zich richt op de spierkracht, flexibiliteit, coördinatie en de sensibiliteit van het mondgebied, aangeboden. Ester maakt gebruik van een stappenplan van kauwen, waarin duidelijk alle stappen van het kauwen beschreven staan. Zo hebben de hoogbegaafden inzicht in de stappen naar het einddoel. Vanuit de behandeltechniek SOS approach to feeding gebruikt Ester de ‘32 steps of eating’. Dit is een duidelijk overzicht van alle stappen, die er zijn om voedingsproducten te leren eten. Ook de voedselhiërarchie komt aan bod als de veiligheid rondom proeven is ontstaan. Als het proeven ontspannen is en de ‘proefstapjes’ ingeslepen zijn, kunnen de oefensessies een transfer maken naar eetmomenten door gebruik te maken van de voedselhiërarchie vanuit de SOS approach to feeding.

Ester zet de sensorische informatieverwerking in voor het verbeteren van de voorwaarden om de zintuigelijke prikkels te verwerken. Ze maakt daarbij gebruik van de sensorische profielen, matrixen, technieken en de sensorische aspecten van voedingsproducten. De alertheidregulatie en de verschillende manieren om prikkels te ervaren, te verwerken, te reageren en te reguleren zijn eveneens belangrijke onderdelen van de SI therapie, die mogelijk aan bod kunnen komen.

Ester leert de hoogbegaafde zelfregulatie en co-regulatie vanuit de SI aan. Op deze manier kan de alertheidregulatie en de verwerken van de prikkels gereguleerd worden, waardoor het makkelijker kan zijn om te eten.

 

Eetbehandeling

Na een uitgebreide anamnese en een kennismakingsgesprek werkt Ester eerst aan contact en vertrouwen. Ze geeft psycho educatie over de eetontwikkeling, eettechniek, het sociale aspect rondom eten en ze vertelt over de te nemen stappen in de behandeling. Het is belangrijk dat de hoogbegaafde en de ouders zich gehoord voelen, erkenning krijgen, waardoor Ester een mandaat krijgt om aan het werk te gaan.

 

Ester start haar eetbehandeling met het objectiveren van de eetsituatie aan de hand van de SWEA, filmopnamen, het invullen van een eetlijst en bijhouden van een eetdagboek . Ester kan middels de filmopnames de mondmotoriek en de eettechniek observeren. Ze laat de client zelf filmopnames van eetsituaties maken. Het gaat om filmopnames van eetmomenten, die goed gaan.

 

Via een positieve ingang wordt het eetprobleem vanuit mogelijkheden bekeken. Ester laat de hoogbegaafden zelf nadenken over de vraag, waarom deze eetmomenten wel lukken. Door samen die eetmomenten te analyseren ontstaan er werkdoelen en via de schaalvragen worden de doelen concreter en werkbaar gemaakt.

 

De eetlijst is een start punt van de behandeling en wordt gedurende de behandeling regelmatig geëvalueerd en aangevuld. Ester laat de cliënt de eetlijst zelf invullen. Dit zorgt meestal al voor een belangrijke bewustwording in de hoeveelheid en de variatie van de voedingsproducten. Het eettempo, de duur, de stress en de sfeer van de maaltijden worden hierin ook meegenomen. Door analytisch naar voeding te kijken, kunnen er overeenkomsten en verschillen in smaak, texturen, kleur, vorm, kauwkracht, gevoel van verandering in de mond tijdens het kauwen etc. gezien worden.

 

Het is belangrijk om de hoogbegaafde te laten ervaren dat proeven veilig is en dat proeven een meerwaarde is om nieuw voedsel te leren eten. De systematische desensitisatie bestaat uit meerdere stappen (32 steps of eating van de SOS approach to feeding), die aangeleerd kunnen worden.


Samen gaan Ester en de hoogbegaafde op zoek naar voedingsproducten, die geoefend kunnen worden, door de strategieën vanuit het oplossingsgericht werken toe te passen. Er kan bijvoorbeeld gekozen worden uit voedingsproducten, die voorheen gegeten werden en nu niet meer; voedingsproducten, die lijken op datgene wat al gegeten wordt, maar net anders zijn qua vorm, kleur, smaak; voedingsproducten die eettechnisch of sensorsich op elkaar lijken; voedingsproducten, die de hoogbegaafde heel graag wil leren eten.

Tegelijkertijd worden bekende voedingsproducten ingezet om technisch beter te leren eten.

Door voortdurend vanuit oplossingsgericht te werken en de schaalvragen te gebruiken, blijft het leerproces inzichtelijk en concreet.

 

De hoogbegaafde bedenkt zelf wat, waar, wanneer, hoe en eventueel met wie er geoefend wordt. Zo ligt de focus op het eetproces en niet op de hoogbegaafde. Dat is een belangrijke verandering in het proces en geeft meer ontspanning, zelfvertrouwen en intrinsieke motivatie.

 

Als het proeven meer ontspannen verloopt en getraind is, kan de aandacht naar de maaltijden gaan. Ester gebruikt hiervoor de voedsel hiërarchie vanuit de SOS approach to feeding.

 

Ester gebruikt tijdens de behandeling naast de eerder genoemde behandeltechnieken ook moddelen, spiegelen, conditioneren en positief bekrachtigen. Het automatiseren en volhouden is eveneens heel belangrijk en zeker een aandachtspunt dat meegenomen wordt in de behandeling.

 

Psycho educatie

Gedurende de hele behandeling geeft Ester psycho educatie. Zeker hoogbegaafden hebben veel vragen en willen graag antwoorden. Ze geeft onder andere uitleg over de eettechniek (afhappen, kauwen, slikken) en verwerking in de buik; stress en eten; conditioneren (afleren van negatieve ervaringen/ gedachten door die te vervangen door positieve ervaringen/ gedachten); gedrag en emotie rondom eten van de hoogbegaafde, de ouders en anderen; tijdsduur om nieuw voedsel te leren accepteren; tijdsduur maaltijden; inzicht in voedingsschema gedurende de dag.

 

Samenwerking met andere disciplines

Samenwerking met andere disciplines kan zeker een meerwaarde zijn. Naast het samenwerken met een diëtist of een (huis-, kinder-, MDL-) arts, kunnen bijvoorbeeld ook een SI therapeut, fysiotherapeut, psycholoog, orthopedagoog of EMDR therapeut ingeschakeld worden. Ester werkt vaak samen met een kind oudercoach en een HB-specialist.

 

Eindresultaat

Aan het einde van de behandeling is het belangrijk dat de doelstellingen behaald zijn en de ‘rugzakken’ van zowel de hoogbegaafde als de ouders gevuld zijn met ‘eetstrategieën’. De moeilijke eter en de ouders hebben in de behandelperiode veel geleerd. De aangeleerde eetstrategieën kunnen de hoogbegaafde en ouders nu ook zelf toepassen op momenten, wanneer het eten moeilijker gaat.